Een hefboom beweegt in verschillende richtingen om een last te kunnen verplaatsen. Om een hefboomwerking te krijgen moet de hefboom worden tegengehouden zodat de kracht in een bepaalde richting kan worden uitgeoefend.
Het punt waar de hefboom op iets steunt en meestal een beetje kan ronddraaien, noemen we het steunpunt.
Het punt waar de hefboom op iets steunt en meestal een beetje kan ronddraaien, noemen we het steunpunt.
Het voorwerp waarop je duwt of trekt is de last. Dit voorwerp laat zich niet zomaar doen, het werkt tegen: het doet lastig.
Wanneer je een hefboom gebruikt, gebruik je je spieren, je duwt, knijpt,... Dit noemen we de macht.